ik droomde van een rode vos,
die achtervolgde mij in het bos.
ik droomde van een slimme uil,
die smeet mij heel hard in een kuil.
Ik rilde en ik gilde!
Ik droomde van een sissende slang
die beet me bijna in mijn wang.
ik droomde van een Gruffalo,
die kneep me zus en kneep me zo.
Ik rilde en ik gilde!
Ik heb naast mijn bed een stoel gezet
en daar een toverstaf neergelegd.
En komt nu de vos, de uil of de slang
Of maakt de Gruffalo mij bang,
dan roep ik ‘simsalasillen!’
en zijn zij het die bang gillen.
Ze gaan er dan heel snel vandoor
en ik slaap lekker op één oor.